For Your Eyes Only part XXIX



Sweet and Lowdown


LePaulski

De regelmaat waarmee Woody Allen zijn films aflevert is hartverwarmend. Elk jaar een film maken is een tempo waar de meeste regisseurs alleen maar van kunnen dromen. Alleen wil de Nederlandse uitbreng nog wel eens te wensen over laten. Zo hebben de films Celebrity en Deconstructing Harry ons land niet, of met absurde vertraging bereikt. Gelukkig wordt Sweet and Lowdown hier wel gewoon uitgebracht, hoewel de volgende Allen in deVerenigde Staten alweer is gearriveerd. In het werk van Allen wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de "earlier, funnier ones" en de films gemaakt vanaf Annie Hall. Nog belangrijker is het onderscheid tussen films die opgeluisterd worden door de aanwezigheid van de regisseur en degenen die dat niet doen. Sweet and Lowdown is een twijfelgeval, want Allen is slechts sporadisch in beeld in een schijnbaar passieve rol.


Sweet and Lowdown wordt verteld als een aantal aanelkaar geknoopte anekdotes. Deze worden ingeleid door enkele muziekexperts (kenners op het gebied van thirties jazz) die smakelijk verhalen over Emmet Ray, de op een na grootste gitarist (running gag) van zijn tijd. Emmet Ray heeft nooit echt bestaan, hoewel je daar zonder voorkennis niet achter zou zijn gekomen. De opmerkelijke keuze om het verhaal op deze manier te vertellen is bijzonder. Dit mondt zelfs uit in een scene waarin de kijker nadrukkelijk wordt geconfronteerd met de mythevorming rondom de grote populaire sterren uit de 20e eeuw. Net als veel van hen was Emmet Ray een triest figuur. Hij verliest zijn grote liefde (een meisje dat niet kan praten!), lijdt aan kleptomanie en een enorme spilzucht.


Sean Penn toont zich hier een uitstekend acteur. Hij vertolkt hier zijn rol zoals Robert deNiro dat ook perfect zou kunnen. Een contactgestoorde met een bijzondere gave uitbeelden is al vaker gedaan, maar Penn vervalt nooit in geschmier. Hij zweerde ooit nooit meer te acteren en alleen nog maar te regisseren (The Indian Runner en The Crossing Guard), maar is gelukkig op zijn besluit teruggekomen. Hij maakt van Sweet and Lowdown een aangename film, die een beetje voortkabbelt en godzijdank een keer binnen de anderhalf uur een verhaal weet te vertellen. Toch bekruipt het gevoel van niemendalletje je een beetje, want het is allemaal verre van hilarisch en ook niet bijzonder dramatisch. Het blijft hopen op een Woody die echt top is, want ik wacht al sinds 1993 (Manhattan Murder Mystery) op een echt juweeltje.


LePaulski geeft **



VW

De films van Woody Allen halen de laatste jaren nog maar nauwelijks de bioscoop. Als ze al draaien zijn ze meestal meer dan een jaar oud. Woody is dan al met opvolger van de opvolger bezig. Zo erg is dat ook niet want zijn films blijven wars van alle trends en zijn nauwelijks tijdgebonden. ‘Sweet and Lowdown’ vertelt het verhaal van de fictieve, ‘legendarische’ jazz gitarist Emmet Ray, gespeeld door Sean Penn. Gedurende de jaren 30 viert hij zijn (bescheiden) artistieke succes. Emmet’s karakter laat echter veel te wensen over. Niet in staat zich te binden of om iets te geven om een ander zoekt hij zijn toevlucht in de vrouwenjacht en de drank. Waar haalt Ray dan zijn gevoelige spel vandaan waarvan zijn publiek zo in vervoering raakt?


Deze vraag wordt deels beantwoord door de romance die hij beleeft met het stomme meisje Hattie, gespeeld door Samantha Morton. Het feit dat ze niet kan praten zorgt bij Emmet aanvankelijk voor enorme irritaties. Maar nu hij alleen nog naar zichzelf hoeft te luisteren, voelt hij zich al snel prettig bij haar. Totdat de bindingsangst weer de bovenhand gaat spelen en hij Hattie eenzaam achterlaat. Uiteraard komt hij terug van deze domme beslissing maar dan is het al te laat.


Het invullen van de jaren dertig sfeer lijkt voor Allen een fluitje van een cent. Grote Amerikaanse auto’s, nachtclubs en strandtafereeltjes als decor en Allen’s eeuwige jazzmuziek op de achtergrond geven een effectieve sfeertekening. Er valt geen kwaad woord te zeggen over het spel van Penn. En je hoeft Morton maar twee seconden in de grote ogen te kijken om er helemaal in weg te zwijmelen. Toch had ik op meer gehoopt. Zo gebruikt Allen weer een oud trucje van hem door met behulp van interviews met bijfiguren of deskundigen er een soort pseudodocu (zoals ‘Zelig’) van te maken. Het trucje is inmiddels wat belegen en dit keer matig uitgewerkt. De puntige opmerkingen en one-liners van zijn vroegere films hebben weer plaats moeten maken voor wat meer sentimentele sketches. De film ademt dan wel een pakkende zoetheid uit maar het venijn is verdwenen.


In de nadagen van zijn prachtige carrière –hij heeft zo’n 30 director’s credits op zijn naam-  zijn Woody’s nieuwste films niet meer heel bijzonder te noemen. Voor een deel wordt dat gecompenseerd doordat er elk jaar weer een nieuwe ‘Woody Allen’ verschijnt. Kwamen ze uit in tussenposen van 4 jaar dan zouden ze redelijk teleurstellend zijn. Een ander gemis is Woody zelf als hoofdrol speler. Sinds hij iets te oud is geworden -vindt hij zelf- voor een hoofdrol wordt de Joodse, intellectuele neuroot, die alles in het leven ter discussie stelt, dan ook danig gemist. Zonder zijn verdwaasde blik, hoge zeurende/ vragende stem en typische mimiek zijn zijn films niet meer dezelfde. ‘Sweet and Lowdown’ is net als de vorige paar films erg lichte kost en zoet van toon. Alsof Woody alleen zijn eigen persoon kan voorstellen met de ondraaglijkheid van het bestaan op zijn schouders.


VW geeft **½

 

jouw mening



Gezien: 6-7-2000

Het is nu hartje zomer en dus komkommertijd in Nederland, Bioscoopland. De komende twee maanden zullen wij dan ook slechts sporadisch de bioscoop bezoeken. Want het moet wel leuk blijven. Zo hebben wij ook de tijd om de koffers en rugzakken te pakken en er even tussenuit te knijpen. Mocht er toch een interessante film draaien dan nemen we die mee en schrijven jullie onze bevindingen.

Op zich is dit wel jammer want zo is er geen noodzaak meer om een film als Mission: Impossible 2 te gaan kijken. John Woo is door Tom Cruise uitverkoren om deel twee van deze succesformule te verfilmen. Met zijn Hongkong gangsterfilms heeft Woo een sterke cultnaam opgebouwd. De kleinschaligheid en de oriëntaalse settings geven deze films (waarvan ik alleen ‘The Killer’ heb gezien) hun eigen charme. Maar sinds zijn komst naar Hollywood, zo’n vijf films geleden, heeft hij zich ontpopt als een visieloze charlatan. Het is tijd dat hij ontmaskerd wordt. Zijn films die zijn bezaaid met stand-offs en slowmotion shoot-outs worden geroemd om de thematiek van kameraadschap, verraad en heldenmoed. Het door zijn fans zo geliefde ‘heroic bloodshed’. Misschien ten overvloede maar meester regisseur Sam Peckinpah maakte in 1969 ‘The Wild Bunch’ waarin al deze elementen al zijn uitgewerkt tot en met de slowmotion shoot-outs aan toe. Woo zegt dan ook dat deze film zijn grote inspiratiebron was. En nu, in de USA, lijkt de koek helemaal op. Jammer, om een Hongkong-belofte als Woo zo dramatisch te zien stranden op stuurloze, Amerikaanse, big budget formulefilms. Aan de andere kant is het net zo zonde dat prachtige kleine films als ‘Nothing Personal’ (1995), dat van de week op Canvas te zien was, tot de obscuriteit gedoemd zijn. Deze film handelt over de burgeroorlog in Belfast in het jaar 1975. Het benadert de thema’s vriendschap, verraad en verdeeldheid wel op een geloofwaardige manier met keihard maar zeer realistisch geweld. Een film dus die je niet ongemoeid laat in tegenstelling tot Woo’s laatste films waar geen touw meer aan vast te knopen valt. Maar goed, we gaan niet naar M:I-2 dus kan Woo nog even opgelucht ademhalen.

Beseffend dat dit weer een erg lange inleiding is, heb ik nog één kleine mededeling. Onze site is op eigen benen gaan staan en vanaf nu te bewonderen op URL: http://vwlepaulski.20m.com We hebben nu ook een teller geïnstalleerd dus doe ons een lol en klik allemaal dubbel op de hyperlink. Onze eeuwige dank gaat uit naar onze website initiator Remco-San die ons al die tijd on-line heeft gehouden.

Het woord is aan LePaulski



Home