For Your Eyes Only part LXXV




Je rentre à la maison

Uit: 2001, Portugal/Frankrijk
Regie: Manoel de Oliveira
Cast: Michel Piccoli, Catherine Deneuve, John Malcovich, Sylvie Testud




LePaulski

Wel eens gehoord van bejaardencinema? De geriatrische tegenhanger van Y Tu Mama Tambien is Je Rentre à la Maison van de 93-jarige Manoel de Oliveira. Die leeftijd hoor je er altijd even bij te zeggen om duidelijk te maken dat hier sprake is van de trotse koploper in het genre. Daar kunnen Woody Allen en Jean-Luc Godard nog een puntje aan zuigen. Vergeleken met de Oliveira is de 77-jarige hoofdrolspeler Michel Piccoli een broekie, maar hij krijgt hier (net als deze hele zomer in het retrospectief van zijn films in het Filmmuseum) wel de gelegenheid om zijn klasse te tonen.


Piccoli kan acteren met alleen zijn voeten in beeld, zo blijkt uit Je rentre à la maison. Hij zet hier een acteur neer die zijn laatste kunstjes aan het uitvoeren is. Iets waar hij onverstoorbaar mee doorgaat ook als hij het verbijsterende nieuws te horen krijgt over het verongelukken van zijn vrouw, dochter en schoonzoon. Zand erover, hij lijkt er nauwelijks over te spreken met zijn omgeving. Gaat aanvankelijk op de oude vertrouwde voet verder door het Parijse leven. Dagelijkse koffie en krantje in vaste etablissement kunnen niet verhullen dat zijn wereld langzaam afbrokkelt. Als hij zich in korte tijd een Engelstalige rol in Ulysses moet machtig maken, wordt bij de repetities pijnlijk duidelijk dat het einde onafwendbaar is. Zelfs zijn jeugdige kleinzoon lijkt dit in te zien.


LePaulski geeft ***



VW

Aan Michel Piccoli ligt het niet maar wat is deze film saai. Tenzij je ook gelooft dat je van iemands gelaatstrekken de aard van zijn karakter kan aflezen. Zoals men in vervlogen tijden de primitieviteit van bosjesmannen aflas van de omvang van hun hoofd, men dieven kon identificeren aan de omvang van hun neus en stand van de ogen of weerwolven kan herkennen aan de vergroeiing der wenkbrauwen. Ikzelf geloof daar niet zo in en kan dan ook weinig met quasi betekenisvolle close-ups van zwijgende mensenhoofden. Nu vergrijpt de Portugees De Oliveira zich daar ook weer niet zo vaak aan maar het voorkomt niet dat het verhaal, net als de protagonist, op sterven na dood is. Daar staat tegenover dat Piccoli een mooie rol neerzet van een acteur die zijn beste tijd gehad heeft, zijn complete familie verliest en berust in een leven van weinigzeggende rituelen. Daarbij mag je vraagtekens zetten bij de manier waarop dit geillustreerd wordt. Dat deze bejaarde, een in Parijse wonende acteur struikeld over een rol in een Engelse productie van Ulysses waar hij maar twee dagen op kan voorbereiden, is absoluut geen schande. Al was hij vijfentwintig. De herhaalde shots van Piccoli, verstild glimlachend naar zijn kleinzoon dan weer met handen tragisch op het hoofd naar het familieportret kijkend, zijn net zo ontroerend als de opa en kleinzoon uit een ‘Werther’s Echte’ spotje. Wat te denken van een gesprek waarbij we alleen de schoenen zien van de acteurs? Waarschijnlijk had de 93 jarige regisseur bovendien een meer terminale acteur dan Picolli moeten kiezen.

VW geeft **



gezien: 01-08-2002


Home